Museumhaven Leeuwarden plaatst hieronder de formele bekendmaking door het College van het lang verwachte rapport van wethouder T.Koster naar de economische effecten van een beweegbare Prins Hendrikbrug zoals door de gemeenteraad verzocht naar aanleiding van ons burgerinitiatief. De onderstaande tekst is integraal overgenomen.

Bestuurlijke presentatie

Vergadering: Vergadering College van Burgemeesters en Wethouders 16-2-2016
Onderwerp: Beweegbare Prins Hendrikbrug en oostelijke vaarroute naar de binnenstad

Besluit B&W
1. De Notitie Beweegbare Prins Hendrikbrug en oostelijke vaarroute is vastgesteld;
2. De brief aan de gemeenteraad over de motie beweegbare Prins Hendrikbrug en oostelijke vaarroute is vastgesteld.
Toelichting
Op verzoek van de raad is gekeken naar de effecten van het beweegbaar maken van de Prins Hendrikbrug, al dan niet in combinatie met een goed bevaarbare oostelijke vaarroute naar de binnenstad via het Nieuwe Kanaal en de Zuiderstadsgracht.
De effecten en kosten van deze maatregelen zijn in een notitie op een rij gezet.
Een beweegbare Prins Hendrikbrug en het goed bevaarbaar maken van de oostelijke vaarroute zijn belangrijke voorwaarden om het aantal vaarrecreanten dat Leeuwarden bezoekt te laten groeien. Er wordt van uitgegaan dat een groei met 20% mogelijk moet zijn als deze vaarroute wordt opgewaardeerd en in de binnenstad voldoende voorzieningen en activiteiten zijn voor de vaarrecreant. In het kader van Waterfront Leeuwarden en Culturele Hoofdstad 2018 worden al diverse maatregelen getroffen die zorgen voor een aantrekkelijke binnenstad, ook voor de watersporter.

Uit onderzoek naar de verkeerseffecten blijkt dat het bedienen van de bruggen over de Zuiderstadsgracht en het Nieuwe Kanaal nogal wat gevolgen heeft voor de doorstroming van het verkeer en voor de bereikbaarheid vanuit het zuiden van de binnenstad. In de zomervakantieperiode is de verkeersoverlast van de brugbediening buiten de spitsperioden beheersbaar. De kans is wel groot dat brugbediening op vrijdag- en zaterdagmiddag niet mogelijk is. Dit vooral vanwege de bereikbaarheid van de Parkeergarage Zaailand en Winkelpark De Centrale. Buiten de zomervakantie, als het autoverkeer drukker is en de bussen frequenter rijden, geeft brugbediening overdag op de vaarroute het Nieuwe Kanaal en Zuiderstadsgracht te veel verkeersoverlast. Bediening zal dan alleen tijdens de avonduren mogelijk zijn.

Om de gehele oostelijke route naar de binnenstad bevaarbaar te maken is een investering in bruggen en vaarroute noodzakelijk van tussen de € 8,25 en € 8,75 miljoen. Hiervan is tussen de € 4 en € 4,5 miljoen nodig voor een volledig nieuwe beweegbare Prins Hendrikbrug. Het door Groen Links voorgestelde alternatief voor de Prins Hendrikbrug is ca. € 0,4 miljoen goedkoper. Doordat bij dit alternatief het onderhoud duurder is en eerder vervangingsinvesteringen nodig zijn, zal dit voordeel op de lange termijn weer wegvallen.
Het bedienen en onderhouden van de bruggen over de oostelijke vaarroute naar de binnenstad kost € 100.000,– extra per jaar.

De provincie onderzoekt een aantal varianten om het capaciteitsprobleem van de spoorbrug over het Van Harinxmakanaal in de spoorlijn Leeuwarden – Zwolle op te lossen. Als in 2021 over deze spoorbrug vier treinen per uur richting Zwolle moeten gaan rijden, blijft met de huidige brug onvoldoende tijd over voor een goede doorvaart voor de scheepvaart. Een van de aangegeven oplossingsvarianten is het aanpassen van de staande mastroute door het centrum van Leeuwarden. De provincie is tot de conclusie gekomen dat dit geen structurele oplossing is voor het probleem van de spoorbrug. Het is dan ook niet te verwachten dat uit de provinciale middelen voor het oplossen van het capaciteitsprobleem van de spoorbrug geld beschikbaar komt voor de verbetering van de oostelijke vaarroute naar de binnenstad.

In de gemeentebegroting is geen ruimte opgenomen voor investeringen in de oostelijke vaarroute, dus ook niet voor een nieuwe beweegbare Prins Hendrikbrug. Bij de Midterm Review in het voorjaar van 2016 zal een afweging gemaakt kunnen worden of een dergelijke investering wenselijk en/of mogelijk is.
Indien gekozen wordt voor het beweegbaar maken van de Prins Hendrikbrug is de uitvoering pas na 2018, in de volgende collegeperiode, aan de orde.